Wie kan mij verlichten met de de berekeningen die worden gebruikt om het SG van een rum te meten? Het is op 23 december het vergistvat in gegaan, echter heb ik toen niet de moeite genomen het SG door te rekenen. Achteraf spijt van, aldoende leert men; meten is weten.
Wellicht handig ter info;
3L melasse gewassen met 6L water
2KG rietsuiker met 4 liter water gekookt met een theelepel citroenzuur
Aangevuld tot 25 liter, hele spul af laten koelen, met 42gr bakkersgist op 23-12 het vat in gegaan. Het heeft bijna 3 weken lang heerlijk de kerstmuziek en het vuurwerk ondersteund.
Niet geheel nauwkeurig maar ervan uitgaande dat alles van de melasse en rietsuiker in het gistvat geëindigd is;
- 3 liter melasse met een dichtheid van 1,400 (uitgaande van de 14 kg voor 10 liter van Jan)
- 6 liter water met een dichtheid 998 (gaan uit van 1,000 met een hydrometer)
- 2 kg rietsuiker op 4 liter water (negeren de verliezen van verdampen) met een dichtheid van 1,189, geeft ongeveer een 5 liter
- ~ 11 liter water toegevoegd om tot de 25 liter te komen, dichtheid van 1,000 (zie eerdere opmerking)
Dat geeft ons ((3 * 1,400)+(6*1,000)+(5*1,189)+(11*1,000))/25 = 1,086 ongeveer.
Let wel, melasse vergist niet helemaal door tot 0,990, vaker blijft deze bij pure melasse op een 1,015 a 1,025 hangen.
Ha @alchemist
wederom dank voor de uitleg. Ik ga er vanuit dat het SG na vergisting wel gemeten kan worden met een sg-meter. Ik zit nu precies op 1015 dus ik ga morgen de striprun doen.
Enige wat ik niet begrijp in de berekening, is hoe je op dichtheid van 1,189 komt met het rietsuiker. Mocht je tijd hebben om dat eens uit te leggen hoor ik het graag, de rest is duidelijk.