Ik las een tijdje terug dat iemand vanille suiker in zijn Whisky deed, vroeg me af wat men nog meer toevoegde en is dat na het stoken of in het fermentatievat of tijdens het stoken en hoeveel op de liter?
In mijn Rum doe ik na het stoken karamel toevoegen, en breng hem op smaak, ik weet niet of dat hetzelfde moet met vanille suiker.
Vanillesuiker wordt eigenlijk pas toegevoegd nadat de drank is gedestilleerd, tijdens het destilleren blijft anders de suiker sowieso achter en de vanillesmaak is even de vraag in hoeverre deze overkomt, deels afhankelijk van de manier van destilleren en waar de scheidingen gemaakt worden.
Het is goed mogelijk dat je het toevoegen van vanillesuiker gelezen hebt vanuit Chris, hij doet het volgende;
Ik gebruik bij mijn mais,als hij gestookt is dark rost snippers op 15 ltr.gooi ik 2 zakjes vanille suiker en 4.5 glaasjes rode port.port om dat wisky ook soms in gebruikte scherry of port vaten gelagerd word.s’nachts zet ik de drank in de kou overdag weer bij de verwarming en draai regelmatig even de dop los.ik gooi ook wel 1.5 lepel suiker op 5 ltr.vind Adriana lekker.ik doe dat niet bij het stoken er bij maar er na.als de drank verdunt is naar 40%
Ik doe het zelf niet eerlijk gezegd, ik ben eerder geneigd om met het type hout te spelen of de bewerking ervan, denk aan roosteren / verkolen / drank laten intrekken.
Betreffende toevoegingen tijdens de vergisting, ik heb even een stukje gekopieerd uit een werk(je) wat ik aan het schrijven ben, staat nog open ter verandering.
Wetgeving legt het gebruik van grondstoffen, productiemethoden en rijpen aan banden waarbij er meer gekeken wordt naar bescherming van de grotere spelers in de markt dan naar innovatie, hetgeen wat in het verleden bijvoorbeeld geleid heeft tot de ondergang van Absint (maar dat is een ander verhaal). In vroegere tijden, deels om de smaak van het gedestilleerde product te verbeteren, werden andere toevoegingen gedaan dan slechts granen, Lagavulin wordt bijvoorbeeld genoemd in een publicatie genaamd “From Burn to Bottle” (geschreven door S.H. Hastie), gepubliceerd rond 1920, dat de jonge toppen van Struikheide (Calluna vulgaris) werden toegevoegd tijdens het maischen om een bijdrage te leveren aan het florale karakter van de Whisky.
Het interessante aan de struikheide is dat dit vaker ook onderdeel was van gruit of gruut, de voorloper van hop bij bierbrouwen. Gruit is een mengsel van diverse kruiden met vooral gagel en rozemarijn en verder streekgebonden kruiden, zoals bijvoorbeeld duizendblad, serpentijn, laurierbessen, dennenhars, salie, lavendel, jeneverbes, kaneel, nootmuskaat en struikheide. In kleinere mate werd ook anijs en karwij gebruikt (vermeld in rekeningen van het gruithuis in Keulen omstreeks 1390).
Andere historische connecties worden ook met jeneverbessen specifiek gemaakt, waar vroeger de jeneverbesstruik veelvuldig aanwezig was in Schotland is deze veelal uit het landschap verdwenen, in de 18e eeuw probeerden de illegale destilleerders die met duizenden het platteland bevolkten de accijnsman te ontwijken en ze hadden brandstof nodig die brandde met weinig rook. Jeneverbesstruik was perfect, brandend met een schone, rookloze vlam, dus precies wat nodig was om detectie te voorkomen. Ook de jeneverbessen moeten aantrekkelijk zijn geweest als smaakversterker. Tegenwoordig wordt het Schotse boerenland niet meer bevolkt door illegale destilleerders maar door schapen, de jeneverbes is een plant die bij zware begrazing het niet redt om terug te groeien.
De mensheid heeft een lange historie van het gebruik van kruiden en plantdelen in alcohol, het gebruik hiervan om smaken bij te sturen, voor medicinale of spirituele doeleinden. In de eerdere historie van Whisky zal de smaak dus ook anders zijn geweest dan wat men tegenwoordig gewend is. De hobbyist is gelukkig niet aan regelgeving gebonden en kan dus het gebruik van kruiden en dergelijke overwegen worden voor de productie van de eigen Whisky.
Bedankt ben weer een stukje wijzer geworden TOP !!