@martin74 de samenstelling van wat hij er precies in doet laat ik aan Robbert over, maar gedurende een lange tijd, enkele eeuwen, redelijk tot aan 1908 (toen een rapport uit kwam van the Royal Commission die wat meer eisen stelde aan wat whisky was) werd botanisch materiaal toegevoegd aan de drank, of deze nu aqua vitae, usquebaugh of whisky heette.
Voornamelijk kom je de vermelding van heath of heather tegen, dit is struikheide en het gebruik hiervan in dranken (ook mede en bier) heeft eeuwen plaatsgevonden, soms als filterlaag (waarbij in Europa jeneverbes takken gebruikt werden al bij de vikingen), soms als smaakmaker om een florale whisky te verkrijgen, de laatste vermelding die ik ervan gezien heb is van Lagavulin geweest omstreeks 1900.
Ook zijn andere botanische toevoegingen tijdens vergisting of destillatie gebruikt om het geheel wat aantrekkelijker te maken voor consumptie, denk hierbij aan munt, anijs, mariadistel,zaden brandnetel, saffraan etc.